Vroeger kwam je hem bij de SLS tegen als deelnemer en, als commercieel directeur van BMW Den Haag, ook als oudste sponsor van de SLS. De laatste jaren hanteert hij het laserpistool tijdens de rally: Aernout Lindner.
Als Yolanda Zijl en ik aankomen voor het interview leidt Lindner ons eerst naar zijn domein: de garage naast zijn huis. Het is geen grote ruimte, maar er passen precies twee auto’s in. Op de vloer staat een rallyklare, nagenoeg in showroomconditie verkerende BMW 2002 Ti. “Ik rijd daar dagelijks in,” vertelt hij. Dat geldt (nog) niet voor de auto die een verdieping hoger op de hefbrug staat: een BMW M535i. “Die heb ik in Nederland gevonden en ben ik nu, als hobby, op mijn gemakje aan het restaureren.” In de schuur ernaast staat ook nog een Puch uit de jaren zestig. Hoog stuur, zweefzadel, drie versnellingen. Ik krijg een déjà vu!
“In 1993 ben ik in contact gekomen m et de SLS”, aldus Aernout. “Het jaar daarna nam ik voor het eerst deel, natuurlijk met een BMW. Dat was een 2002, die bij ons in de showroom stond. Het was een zware rally, 30 uur rijden achter elkaar. Mijn navigator zat op een gegeven moment zelfs te slapen! We werden 29ste in de Tourklasse. Maar het rallyvirus liet me niet meer los. Mijn vader was een echte automan en van hem heb ik ook de prestatiedrang meegekregen. In ’95 stond ik weer aan de start, samen met Maarten van Kekem, een F16-piloot. Piloten zijn uitstekende navigatoren. We wonnen de Tourklasse!”
Lindner bleef deelnemen aan de SLS, maar ook aan andere grote rally’s. Hij was een van de oprichters van de Dutch Historic Rally Club en vervulde daar een poosje de functie van voorzitter. Hij zag ook hoe het rallywereldje veranderde. “Steeds meer mensen hadden extra stafkaarten in de auto, dat vond ik niet leuk. Ik houd ervan het spelletje eerlijk te spelen. Ik reed vooral voor de lol, hield van de sfeer tijdens de rally en van de gezelligheid ’s avonds. Tijdens de SLS verkocht ik ook nog twee à drie nieuwe auto’s!”
Zijn mooiste herinnering aan de SLS? “Natuurlijk onze winst in 1995! Maar als je naar mijn slechtste herinnering vraagt: dat was in 1999 of 2000. We waren ervan overtuigd de Sportklasse gewonnen te hebben toen we de controles vergeleken met de concurrentie. Helaas was Maarten vergeten één controle te noteren op de controlekaart. Weg overwinning!”
In 2010 is Aernout toegetreden tot de organisatie van de SLS. “Een leuke club mensen, waarin iedereen zijn taak heeft. En laten we vooral ook de controleurs niet vergeten. Die groep wordt vaak ondergewaardeerd, maar zonder hen geen rally!” Zelf staat hij de laatste jaren verdekt opgesteld op de route op punten waar het echt gewenst is dat de deelnemers zich aan de maximum snelheid houden, bijvoorbeeld 30 km-zones. Samen met zijn zoon Maurits hanteert hij het laserpistool. “Leuk om te doen, en het is ook echt belangrijk. De omwonenden vinden het misschien best leuk om een paar van die klassiekers voorbij te zien komen door hun dorp, maar als er 150 auto’s met een bloedgang hun straten onveilig maken, is het gauw over.”
Over Aernout
Lindners werkzame leven stond ruim 38 jaar in het teken van BMW. Eerst bij de importeur, later bij BMW Den Haag. Bij de importeur was hij onder andere als special account manager verantwoordelijk voor de landelijke verkoop van de duurste 5-, 7- en 8-modellen, bij BMW Den Haag als commercieel directeur.
Zijn mooiste ervaring? “De levering van een BMW 325 iX Touring aan Koningin Beatrix en Prins Claus. We hebben samen een rondje gereden op Huis ten Bosch.”
Na een turbulente periode in 2013 en 2014 nam Lindner in mei 2015 afscheid van BMW en gooide hij “het stuur“ radicaal om. Hij is nu druk met het Repair Café Voorschoten. “We gooien veel te makkelijk dingen weg, ook als er een klein defect aan zit dat nog goed te repareren is. Een klein half jaar geleden heb ik het Repair Café Voorschoten opgericht samen met drie andere vrijwilligers. Je helpt mensen met een kleine portemonnee en tegelijkertijd doe je iets aan de weggooimentaliteit die tegenwoordig heerst. Een win-winsituatie dus.
Mensen die het Repair Café bezoeken, nemen van thuis kapotte spullen mee. Elektrische apparaten zoals stofzuigers, lampen, föhns, maar ook kleding, fietsen, speelgoed, kleine meubelen, servies, alles wat het niet meer doet, is welkom. De reparateurs in het Repair Café weten bijna altijd raad. Waardevolle vrijwilligers, net als de marshalls bij een rally.”
Tekst: Fred Hak